vptz thuis waken logo

vptz tekst er zijn rood

vptz tekst er zijn mobiel rood

Ons werk
Vrijwilligers
Onze verhalen
Hulp aanvragen

De ene en de andere wake

De ene wake is de andere niet, dat weet je natuurlijk wel. Mensen verschillen en gaan ook heel verschillend met elkaar om. Dat weet je ook wel, zeker als je wat ouder wordt en onderweg soms een beetje oplet.

Ik kwam van een wake, twee maanden lang, een nacht per week. Meneer, weduwnaar, lag in bed, de twee dochters zorgden al lang en intensief voor hem. Meneer was geen moment alleen. Kleinkinderen kwamen regelmatig op bezoek. Kort, vader moest niet te vermoeid raken.

Een liefdevol gezin, dat merk je in een paar minuten. Er is zorg, er is aandacht. Ook voor de waker: koffie of thee, iets lekkers erbij, ook in de koelkast, pak wat je wilt. We zijn blij met jullie.
De zorg voor vader kost niet alleen tijd ook veel energie en overleg om het rooster rond te krijgen. Dan zeg je snel dat je best een uurtje eerder wil komen en een uurtje later weggaan. Ze zijn er zichtbaar blij mee, zeggen dat ook. Als ik kom, gaat meneer slapen en ik moet ook maar gaan slapen op de stretcher die ook in de kamer staat, ik word vast wel wakker van het licht dat gaat branden als meneer beweegt.

Achteraf hoor je, dat een van de laatste dingen die vader gezegd had, dat de vrijwilligers vooral bedankt moesten worden, niet vergeten in de consternatie. Ja, vader was altijd al van de controle: het moet allemaal goed geregeld zijn.

De volgende wake, mevrouw is ziek, bed in de kamer, meneer is aanwezig, dochter woont op een uur rijden, zoons zijn zo te horen druk met werk, een zoon was pas erg ziek geweest, kan niet veel doen.

Als ik de eerste keer kom, tien voor elf ’s avonds, lijkt mevrouw te slapen. De TV staat en blijft aan. Als ik fluister tegen meneer, zegt mevrouw opeens onverwacht: ’Je moet harder praten, hij is doof‘.
Ik krijg een kop koffie, meneer schenkt zich een borrel in, en later nog eentje.
Mevrouw komt moeizaam overeind, nee ik hoef niet te helpen. Ze steekt een sigaretje op: ‘Dan kan ik beter slapen’. Uiteindelijk gaat meneer na aandringen van zijn vrouw om kwart voor 1 naar bed, ik ben er dan al bijna twee uur. Ja, meneer gaat altijd laat naar bed, staat ook altijd laat op, half elf ofzo. Ja, dan is mevrouw alleen.

In de loop van de nacht steekt ze nog twee keer een sigaretje op: ‘Misschien kan ik dan slapen’. Ik mag haar gedurende de nacht 3x helpen, ondersteunen met de postoel. Ze vraagt niks, ik moet het aanbieden. Om 7 uur zegt ze: ik had een slechte nacht. Nee, meneer moet blijven slapen.

Een week later is ze behoorlijk verzwakt. En een beetje meer in de war: ‘Nee moeder, je ligt al in bed.’ ‘Oh ja, dat is waar’. Er worden geen sigaretjes meer gerookt, meneer neemt 1 borreltje, de TV gaat veel eerder uit en hij gaat om kwart voor 12 naar bed. Ik vraag nog eens hoe dat gaat als mevrouw hem nodig zou hebben als ik weg ben. ‘Nou dan moet ze hard roepen, want ik heb mijn gehoorapparaat uit, dat ligt niet lekker’.

Twee dagen later wordt mevrouw ’s ochtends naast het bed door de zorgmedewerkster gevonden. Gevallen van de postoel. Gewond, veel pijnstillers en een katheter. Een dag later wordt mevrouw gesedeerd en ze overlijdt twee dagen later.
Ik merk dat ik niet boos ben op meneer. Ik verbaas me vooral en vraag me af, wat het is. Onvermogen? Onverschilligheid? Onhandigheid? Hulpeloosheid? Handelingsverlegenheid? Liefdeloosheid? Bezweren: gewoon doen wat je altijd al deed en hopen dat het over gaat?

Gelukkig heb ik in de cursus geleerd dat je als VPTZ vrijwilliger geen therapeut bent die even recht zet wat in alle voorafgaande jaren een beetje scheef is gegroeid.

Een dag later belt de dochter om hartelijk te bedanken, de vrijwillige inzet van de VPTZ was erg fijn!
Het is niet onopgemerkt gebleven…

Rient Ploeger

De Vuurdoop

Mijn eerste keer als vrijwilliger vind ik een beetje spannend. Door een misverstand ben ik ook nog eens een kwartier te laat. De zorgprofessional die ik aflos, laat me binnen. Ze vertelt me hoe het gaat met meneer en laat ook zien hoe ik hem kan begeleiden zonder zijn pijnlijke arm en schouder aan te raken. Dan gaan we bij hem kijken.

Een man in een hoog-laagbed, spaarzame witte haren boven de dekens uit. Hij slaapt. De zorgprofessional vertrekt en ik ben voor het eerst alleen aan het waken. Even wennen hoor.
Meneer wordt wakker en blijkt erg aardig. We praten een tijdje samen. Hij vertelt me van alles over zijn leven, heel boeiend. Dan wordt hij moe en gaat weer slapen. Nee, toch niet. Hij wil zitten op de rand van het bed. Nee, toch weer liggen. Nee, toch maar weer zitten. Een slokje water en weer liggen. Ik voel me een echte beginneling. Komt het door mij dat hij niet lekker ligt? Doe ik iets verkeerd? Kan ik iets anders voor hem doen?

Dan komt er een zorgmedewerker langs met medicatie en meneer zegt: ‘Ik moet naar de wc.’ ‘Goeie timing,’ denk ik en trek me even terug. De verzorgster helpt hem, voert nog wat controles uit en gaat weer.

Meneer moet er even van bijkomen. Hij is onrustig, hij wil weer zitten en dan: ja hoor! ‘Ik moet weer naar de wc!’, zegt hij.
Hellup! Kan ik dat? Ik vraag nog of hij het kan ophouden tot zijn dochter over een uurtje komt, maar besef meteen hoe idioot die vraag is. Hij moet nu, dus moet het nu. Ik help hem zo goed en kwaad als ik kan. Ik heb dit wel eerder gedaan, met mijn eigen geliefde in de laatste fase voordat hij stierf, maar een wildvreemde meneer op de postoel helpen, dat vind ik toch wel heftig!
Het gaat best goed. Ik was natuurlijk vergeten om eerst een papierlaagje in de pot te doen maar ach.

Als het gedaan is, maak ik de pot schoon en als ik terugkom ligt meneer weer heerlijk te slapen.
Ik heb een echte vuurdoop gehad, zo voelt het als ik naar huis fiets. Een paar dagen later hoor ik dat meneer in een delier is geraakt en in een hospice is opgenomen. Ik ga hem dus niet meer terugzien. Jammer.

Marja Havermans

De Verhalen van vrijwilligers

  • De ene wake is de andere niet
    De ene wake is de andere niet, dat weet je natuurlijk wel. Mensen verschillen en gaan ook heel verschillend met elkaar om. Dat weet je ook wel, zeker als je wat ouder wordt en onderweg soms een beetje oplet. Lees verder →

  • De Vuurdoop
    Mijn eerste keer als vrijwilliger vind ik een beetje spannend. Door een misverstand ben ik ook nog eens een kwartier te laat. De zorgprofessional die ik aflos, laat me binnen. Ze vertelt me hoe het gaat met meneer en laat ook zien hoe ik hem kan begeleiden zonder zijn pijnlijke arm en schouder aan te raken. Dan gaan we bij hem kijken. Lees verder →

  • Het verhaal van Nico
    Nico vindt dat door het waken bij stervenden zelf heel bewust is gaan leven. “En nadenken over je eigen einde. Over hoe jijzelf zou omgaan met die bepaalde situatie”. Klik HIER voor het verhaal van Nico.

  • Soms moet je "ER UIT!!".
    Niet altijd is een stervende blij met onze komst. Dat blijkt ook uit het verhaal van een van onze vrijwilligers onder de titel “Er uit!”. Klik HIER om te lezen over deze kortstondige wake.

  • Een kleinood uit dankbaarheid.
    Het verhaal van een vrijwilliger bij de wake van een meneer die onze vrijwilliger verraste met een “kleinood”. Die meneer was de vogel in de nacht. Klik HIER om kennis te maken met het kleinood.

  • Waken bij de freule.
    En soms overkomt het een vrijwilliger om er te zijn als iemand overlijdt. Klik HIER voor die ervaring.

  • Mijn allereerste wake.
    Een ervaring van de eerste wake hoort ook in deze bloemlezing. klik HIER om te lezen hoe dat voor een van onze vrijwilligers was
Ons werk
Vrijwilligers
Onze verhalen
Hulp aanvragen

Graag contact...

Onjuiste invoer, probeer opnieuw svp.
Onjuiste invoer, probeer opnieuw svp.
Onjuiste invoer, probeer opnieuw svp.
Invalid Input

Financiële steun

VPTZ Thuis Waken Rijk van Nijmegen is een erkende ANBI-instelling.

Giften aan erkende ANBI-instellingen zijn voor de belasting aftrekbaar van uw inkomen.

Lees verder